Voordat u begint met de medicatie toe te dienen is het advies om met uw apotheker te overleggen welke medicatie door de sonde gegeven kan worden. Mocht uw kind een medicijn nodig hebben dat niet door de sonde gegeven mag worden, overleg met de apotheker of arts over een alternatief dat wel door de sonde mag. Medicatie kan in vloeibare vorm via een ENFit spuit, in de medicatiepoort op het toedieningssysteem of rechtstreeks in de sonde worden gespoten.
Wij adviseren niet om medicatie in de vorm van tabletten fijn te malen. De werking van de medicatie kan hierdoor verminderen of veranderen. Het is niet mogelijk de medicatie van uw kind te mengen met de sondevoeding. De medicatie kan een reactie met de sondevoeding aangaan waardoor de sonde verstopt raakt.
Overleg altijd met de behandelend arts over het gebruik van medicatie.
Overleg altijd met uw behandelend arts over het gebruik van medicatie.
Overleg altijd met de behandelend arts over het gebruik van medicatie.
U kunt geen voeding, medicatie of water toevoegen aan de sondevoeding. Dit kan leiden tot verstopping van de sonde of bederf van de voeding.
De zorgverlener zal u informeren over het gebruik van medicatie via de sonde. Als uw kind de medicijnen niet via de mond kan innemen, zal uw kind zijn/haar medicatie zoveel mogelijk in een andere vorm krijgen, zoals een pleister. Soms krijgt uw kind medicatie wat door de sonde kan. Belangrijk is om zowel voor als na het toedienen de sonde goed door te spoelen met water.
Overleg altijd eerst met de zorgverlener!
Overleg met de zorgverlener indien u uw kind toch extra vitaminen en mineralen wilt geven.