Wanneer u medicijnen gebruikt is het niet altijd mogelijk om deze via de mond in te nemen. Het alternatief is uw medicijnen via de sonde toe te dienen.
Voordat u begint met uw medicatie is het advies om met uw apotheker te overleggen welke medicijnen wel en niet door uw sonde kunnen. Mocht u een medicijn nodig hebben dat niet door uw sonde mag of voorkomt in een andere vorm, zoals een pleister, kunt u uw apotheker of arts raadplegen over een alternatief dat wel door de sonde mag. Deze medicijnen kunnen in vloeibare vorm via een spuit, in de medicatiepoort op de pompset (of toedieningssysteem) of rechtstreeks in de sonde worden gespoten.
Verder is het niet verstandig om medicatie in vorm van tabletten zelf fijn te malen. De werking van uw medicijnen kan hierdoor verminderen of veranderen. Het is niet mogelijk uw medicijnen te mengen met uw sondevoeding. Uw medicijnen kunnen een reactie met de sondevoeding aangaan waardoor uw sonde verstopt raakt en niet meer veilig is.
Overleg altijd met uw behandelend arts over het gebruik van medicatie.
Overleg altijd met uw behandelend arts over het gebruik van medicatie.
Overleg altijd met uw behandelend arts over het gebruik van medicatie.
U kunt geen voeding, medicatie of water toevoegen aan de sondevoeding. Dit kan leiden tot verstopping van de sonde of bederf van de voeding.
Uw zorgverlener zal u informeren over het gebruik van medicatie via de sonde. Als u de medicijnen niet via de mond kunt innemen, zult u uw medicatie zoveel mogelijk in een andere vorm krijgen, zoals een pleister. Soms krijgt u medicatie wat door de sonde kan. Belangrijk is om zowel voor als na het toedienen de sonde goed door te spoelen met water.
Overleg altijd eerst met uw zorgverlener!
Voor de meeste sondevoedingen geldt dat vanaf 1500 ml de voeding voorziet in de dagelijks aanbevolen hoeveelheid aan vitaminen en mineralen. Aanvulling is dan niet nodig. Overleg met uw zorgverlener indien u toch extra vitaminen en mineralen wenst.